SpO2 simulatie: de basics

Controleren van pulse-oximeters

Pulse-oximetrie is aan de orde van de dag in het ziekenhuis. Van prematuur tot oudere patiënt en van spoedeisende hulp tot OK, Intensive Care en vele verpleegafdelingen. De pulse-oximeter toont onder andere de perifere O2-saturatie in het bloed: de SpO2 waarde. Dit is zeer belangrijke informatie over de patiënt om te kunnen peilen of de zuurstofverzadiging in orde is.

Hoe werkt een pulse-oximeter?
Zuurstof wordt via de longen in het bloed opgenomen en door het lichaam verspreid. Met een pulse-oximetersensor kun je de SpO2 meten. De sensor bestaat uit een rode en infrarode LED aan bovenzijde en een photodiode aan de onderzijde. De zuurstof in het bloed laat minder licht door dan ander materiaal. De sensor meet de opgevangen hoeveelheid licht en kan op basis daarvan inschatten hoeveel zuurstof er in het bloed rondgaat. Een andere methode is de reflectieve meting. In dit blog gaan we in op de zogenaamde 'transmissive' SpO2 meting.

Belangrijk bij het controleren
Naast de visuele inspectie, nauwkeurigheid van de hartslagmeting en alarmfuncties controleren we vooral de SpO2-meting van het toestel. Advies is om altijd een functionele tester (SpO2 simulator) te gebruiken. Een menselijke vinger kun je ook toepassen. Dan test je echter alleen de functionaliteit in de meest gangbare waarden. Een menselijke vinger is niet gekalibreerd. Het is juist bij afwijkende waarden waar je wilt dat de meter goed zijn werkt doet. Een functionele tester kun je op een hoge en lage SpO2 en hartslag instellen.

Fabricaat
Stel op de simulator altijd het juiste fabricaat in van de SpO2-sensor. Iedere fabrikant heeft zijn eigen R-curve en het is van belang dat dit overeenkomt. Zorg dat de sensor goed op de testvinger is gepositioneerd. Op veel SpO2-simulatoren kun je aflezen of er voldoende licht op de sensor wordt opgevangen om goed te kunnen simuleren.

Pulse-amplitude en verstoringen
Je kunt de pulse-oximeter aan de tand voelen door op de functionele tester de SpO2-waarde en de pulse-grootte aan te passen. Hoe kleiner het signaal hoe meer moeite de meter moet doen om de SpO2-waarde te detecteren. Ook kun je nog enkel verstoringen simuleren zoals omgevingslicht en respiratie. Wanneer er omgevingslicht op de vingersensor terechtkomt kan dit de meting verstoren. Bovenop de SpO2 kun je een beweging op basis van respiratie simuleren. Zo kun je opmerken hoe de pulse-oximeter hiermee omgaat.

Instellen huidtype en vingerdikte
Het is ook van belang verschillende typen huid en vingerdikte te simuleren. Je kunt een donkere, gemiddelde en lichte vinger instellen of een neonatale voet. De simulator laat op basis hiervan meer of minder licht door. Op deze manier kun je opmerken hoe de pulse-oximeter hier mee omgaat.

Wist u dat de SpO2 simulatie van de Fluke Biomedical ProSim 8 ook de Masimo Rainbow technologie kan simuleren? Wilt u meer weten?

Deze blogpost is geplaatst door Teun Kruithof,

accountmanager Biomedische testapparatuur