T +31 (0)181 301 300
AED’s controleren: waarom en wat meten we?
Op het moment dat een Automatische Externe Defibrillator (AED) wordt ingezet, moet het toestel altijd in goede conditie zijn. Waar de AED ook is gepositioneerd. Men gaat ervan uit dat zodra het toestel wordt ingezet, het doet waarvoor het is bedoeld. Daarom wordt het toestel periodiek gecontroleerd.
Zo worden vaak maandelijks de accu en de bijbehorende elektroden gecontroleerd door bijvoorbeeld de beheerder van het sportcomplex waar het toestel is geplaatst. Ook wordt altijd een visuele inspectie uitgevoerd. Bovenop deze gangbare controles zijn er meer aspecten die, bijvoorbeeld op jaarlijkse basis, goed zijn om te controleren.
We omschrijven meerdere aspecten die goed zijn om de conditie van de AED te controleren. Hoofdzakelijk zijn dit de energie-afgifte, de oplaadtijd voor de af te geven energie en synchronisatie.
Energie
Op het moment dat de AED ventrikelfibrillatie detecteert, maakt het toestel zich klaar voor een energie-afgifte. Het toestel past de energie-afgifte aan op basis van de weerstand die het toestel meet tussen de elektroden. Een defibrillatortester heeft vaak een interne weerstand van 50 Ohm. In de praktijk geeft een AED bij 50 Ohm zo’n 150 Joules energie af bij een schok. De fabrikant geeft hiervoor een richtlijn, ook voor de toegestane afwijking. Wanneer je de AED aansluit op een defibrillatortester kun je de afgegeven energie meten.
Oplaadtijd
Vaak is het tijdens een reanimatie nodig om meerdere keren te defibrilleren. Om bij de volgende schok weer de gewenste hoeveelheid energie af te geven, heeft de AED een bepaalde oplaadtijd nodig. De fabrikant geeft aan binnen welke tijd de AED weer gereed moet zijn om te defibrilleren. Deze oplaadtijd kun je meten met de defibrillatortester. Wanneer dit te lang duurt kan dit te maken hebben met een verminderde conditie van de accu of de generator in de defibrillator.
Synchronisatie
Synchronisatie is een andere zeer belangrijke functie. Dit vindt plaats bij tachycardie. Zodra de elektroden van de AED worden aangesloten op een patiënt, analyseert het toestel het hartritme. Het is van belang dat de AED op het juiste moment defibrilleert. De defibrillatortester meet de tijd tussen de piek van het ECG en de tijd dat de schok door de AED wordt toegepast.
In aanvulling op bovenstaande aspecten wordt ook een elektrische veiligheidstest uitgevoerd volgens de IEC62353 of IEC60601.
Wilt u meer weten over defibrillatortesten met bijvoorbeeld de Impulse 6000 of 7000? Laat het ons weten.
Stel uw vraag aan Teun »